Fill in the blanks in Dutch:
Hallo, ik heet ________. Ik kom uit ________. Ik spreek ________ en ________.
[5 marks]

Translate to Dutch:
My name is Laila. I am from Canada. I speak English and French.
[5 marks]

1) 728 → [2]

2) 1,342 → [2]

3) Write the number in digits: “vierhonderd negenennegentig” → [2]

4) Write in words: 5,005 → [2]

5) Translate to Dutch: “Six thousand nine hundred” → [2]

Write 3 times from the clocks above in Dutch (e.g., Het is tien over negen.)
[3 x 2 = 6 marks]

Translate: “It is 12:20” →
[2 marks]

Fill in the blank: Het is ______ voor vier.
[2 marks]

Match the Dutch words to English:

• een leraar → _______
• een kapper → _______
• een programmeur → _______
• een verpleegster → _______
• een advocaat → _______

1) Ik werk in een ziekenhuis. Ik ben een ________. [2]

2) Hij werkt in een kapsalon. Hij is een ________. [2]

3) Zij is een ________. Ze werkt in de bibliotheek. [2]

4) Jij bent een ________. Jij werkt in de politie. [2]

5) Ik ben een ________. Ik ben een kunstenaar. [2]

1) He is a dentist → [3]

2) We come from Italy, we speak Italian → [3]

3) She is from France, she speaks French → [3]

4) I am a businessman → [3]

5) They are students → [3]